ATEX-definitie: Veiligheid in omgevingen met ontploffingsgevaar
ATEX, afgeleid van het Franse “ATmosphère EXplosible”, definieert de EU-richtlijnen voor explosiebeveiliging. Deze omvatten in eerste instantie de Productrichtlijn 2014/34/EU en ook de Operationele Richtlijn 1999/92/EG, die sinds april 2016 van kracht zijn. Deze richtlijnen stellen normen vast voor apparaten en beveiligingssystemen op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen en moeten door de EU-lidstaten worden omgezet in nationale wetgeving.
Basisprincipes van de ATEX-richtlijnen
De ATEX-richtlijnen zijn in de eerste plaats bedoeld om mensen te beschermen in omgevingen waar ontploffingsgevaar kan heersen. Daarom moeten fabrikanten voldoen aan de basisvereisten voor gezondheid en veiligheid en dit aantonen door middel van conformiteitsbeoordelingsprocedures.
De ATEX-richtlijn is ook van toepassing op explosieveilige elektrische en mechanische apparaten, componenten en beveiligingssystemen. Als gevolg hiervan mogen sinds 1 juli 2003 alleen deze worden gebruikt in omgevingen waar ontploffingsgevaar kan heersen. In Duitsland is de EU-richtlijn omgezet in nationale wetgeving door de verordening inzake explosieveiligheidsproducten (11e ProdSV).
Explosiegevaar op de werkplek
Explosiegevaar ontstaat bij het omgaan met stoffen die reageren met zuurstof als:
-
Zuurstof aanwezig is in een ruimtevolume met een bepaalde partiële druk
-
Zuurstof als fijnkorrelig stof in de lucht zweeft
-
Het aandeel brandbaar gas tussen de onderste en bovenste explosiegrens ligt = explosief gas-luchtmengsel
Daarnaast kan een explosieve atmosfeer ontstaan wanneer brandbare stoffen in de lucht worden verspreid.
De explosiedriehoek illustreert: brandbare stof + zuurstof + ontstekingsbron = explosie
Maatregelen ter bescherming tegen explosiegevaar
Primaire explosiebeveiliging: vermijden van explosieve atmosferen
Secundaire explosiebeveiliging: vermijden van effectieve ontstekingsbronnen
Tertiaire explosiebeveiliging: constructieve explosiebeveiliging
ATEX apparaatgroep categorisatie
Sinds de introductie van EN 60079-0:2009 zijn apparaten ingedeeld in drie groepen:
Groep I |
Groep II |
Groep III |
Schlagwettergefährdete Bergwerke |
Explosieve gassen, die voor bepaalde beschermingstypen zijn onderverdeeld in de volgende subgroepen (EX i, EX d, Ex n):
|
Stoffen worden onderverdeeld in
|
|
Ex d = drukvaste behuizing Ex i = ntrinsieke veiligheidEx n = afhankelijk van type, Ex nA of Ex nL of Ex ic |
|
|
Subgroep A: Benzine, diesel, ethaan
Subgroep B: Stadsgas, ethyleen, zwavelwaterstof Subgroep C: Waterstof, koolstofdisulfide |
|
TBH afzuigsystemen voor explosiebeveiligde gebieden
TBH biedt afzuigsystemen voor explosiebeschermde gebieden die voldoen aan de ATEX-productrichtlijn 2014/34/EU en de norm DIN EN 1127-1:2007. Dit betekent dat systemen van een bepaalde categorie alleen mogen worden gebruikt voor bepaalde zones; apparaten van categorie 2 zijn bijvoorbeeld alleen toegestaan voor zone 1 (voor gassen en dampen) of voor zone 21 (stof). Voor de juiste selectie van een afzuigsysteem moet rekening worden gehouden met de volgende factoren:
-
Type en hoeveelheid van het af te zuigen materiaal
- Mogelijkheid om de vrijkomende hoeveelheid te verminderen
-
Methode voor het afvangen van de verontreinigde lucht
-
Bestaande ATEX-zones en regelgeving
-
Noodzaak van een ontstekingsrisicoanalyse
Op basis van deze bevindingen bepaalt de operator de ATEX-zones in zijn productie. Hiervoor kan ook een ATEX-consultant worden ingeschakeld. Zij kunnen ook een explosieveiligheidsdocument opstellen. Nadat het risico van de vrijgekomen stoffen is beoordeeld en de zones zijn ingedeeld, kan het juiste afzuigsysteem worden geselecteerd. Hiervoor controleren TBH-medewerkers de procesparameters (stof- of gashoeveelheid, afvang, vereiste luchtvolumestroom, enz.
Hoe wordt een ATEX-systeem gecontroleerd?
Als een systeem wordt gebruikt in overeenstemming met ATEX 137, moet het regelmatig worden geïnspecteerd door bevoegde inspectie-instanties in overeenstemming met de verordening inzake industriële veiligheid. Gekwalificeerde personen hebben een professionele opleiding, ervaring en hebben onlangs de activiteit uitgevoerd om over de nodige expertise te beschikken. Apparatuur moet de ontsteking van een explosieve atmosfeer volledig voorkomen of de effecten ervan ten minste tot een voldoende veilig niveau beperken. Testen worden uitgevoerd door TÜV Süd..
De CE-markering wordt aangebracht op producten waarvoor productiecontrole door een aangemelde instantie vereist is. Het is van toepassing op apparaten of systemen met een certificaat van EG-typeonderzoek afgegeven door een aangemelde instantie (elektrische apparatuur 0, 20, 1, 21 incl. verbrandingsmotoren) en mechanische apparatuur voor zones 0, 20.
Tot slot vereisen apparaten en beveiligingssystemen die onder de richtlijn vallen CE-markering, een EG-verklaring van overeenstemming (bevestiging dat aan essentiële gezondheids- en veiligheidseisen wordt voldaan) en een conformiteitsbeoordelingsprocedure. Alleen in dit geval mogen producten tegen betaling of gratis op de EU-markt worden gebracht..
Meer informatie
Heb je nog vragen?
Bel ons dan op +49 (0) 7082/9473-0 of stuur een e-mail naar info@tbh.eu.